Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga naar de hoofdinhoud Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga direct naar zoeken

Zelfstandigheid

Zelfbeschikkingsrecht

Van oudsher komen de meeste leidinggevenden in de West uit Nederland. Tijdens de oorlog krijgen Surinamers, Antillianen en Arubanen zelf belangrijke posities in handen. Hun zelfvertrouwen groeit en ze krijgen behoefte aan meer zelfbestuur.

Dit wordt versterkt door het Atlantic Charter, waarin het zelfbeschikkingsrecht van volken wordt erkend door Amerika en Engeland. Op 6 december 1942 belooft ook Koningin Wilhelmina in een radiotoespraak de koloniën na de oorlog meer zelfstandigheid.

Oprichting van de Unie Suriname.

'Baas in eigen huis'

In Suriname wordt in 1943 de Unie Suriname opgericht, met als leus ‘baas in eigen huis’. Leden van de eerste politieke partij op de Antillen gebruiken in 1944 dezelfde leus. Ze willen meer zeggenschap. Maar de gouverneurs hebben door de oorlogssituatie alle macht.

Vooral de eigenmachtige Surinaamse gouverneur Kielstra geeft de nieuwe oppositie geen kans. De Surinaamse politicus Wim Bos Verschuur protesteert hiertegen bij koningin Wilhelmina. Kielstra laat hem meteen arresteren, tot woede van veel Surinamers. De politieke rel wordt gesust met de vervanging van Kielstra door de minder autoritaire gouverneur J.C. Brons.

Gouverneur Kielstra
Er was weinig lesmateriaal, we maakten vaak gebruik van stencils. Er werd lesgegeven door mensen uit het bedrijfsleven, onder anderen door iemand van Shell. Iedereen heeft meegeholpen om het onderwijs tijdens de oorlog op peil te houden.’
Zita Moreno, leerling van de nieuwe Algemeene Middelbare School op Curaçao

Onderwijs, taal en literatuur

Leerlingen en leraren van de Algemene Middelbare School Peter Stuyvesant in Willemstad, 1945.

De ontwikkeling van het onderwijs en de eigen cultuur wordt gestimuleerd doordat het contact met Nederland is verbroken. Suriname en de Antillen krijgen voor het eerst een Algemeene Middelbare School, met een HBS-opleiding.

Logo van de AVROS.

Radio Hilversum valt weg en daardoor worden de lokale radio-omroepen belangrijk; de CUROM op de Antillen en de AVROS in Suriname. Nederlands is de officiële taal, maar de omroepen gaan ook uitzenden in de volkstalen.

 

Ook de eigen literatuur ontwikkelt zich. Op de Antillen wordt in mei 1940 het literaire tijdschrift De Stoep opgericht, bedoeld voor Nederlandstalige schrijvers. Veel Antillianen schrijven in dit blad. Het inspireert hen om ook in hun eigen taal te schrijven. In 1944 verschijnt de eerste dichtbundel in het Papiaments: 'Patria' door Pierre Lauffer.

‘In een Curaçao waar angstvallig werd vermeden het Papiaments bij officiële gelegenheden te gebruiken, waar je op school werd gestraft indien je Papiaments sprak, was er beslist nog geen plaats voor Papiamentse poëzie. Ik was er van overtuigd dat de doorbraak moest komen door liedjes: het Curaoçaose volk is een zingend volk.’
Jules de Palm, een van de drie schrijvers van de liedbundel Cancionero Papiamen

Politieke onrust

Wim Bos Verschuur.

De grotere economische zelfstandigheid tijdens de oorlog verstekt de behoefte aan meer politieke zelfstandigheid. De autoritaire Surinaamse gouverneur Johannes Kielstra moet daar niets van weten. Hij maakt zich zo gehaat dat het populaire statenlid Wim Bos Verschuur een verzoek schrijft aan Koningin Wilhelmina om Kielstra te verwijderen.


Zodra Kielstra dit hoort laat hij Bos Verschuur gevangenzetten. Er begint nu een anti-Nederlandse stemming te ontstaan. De regering in Londen grijpt in en plaatst Kielstra over. Zijn opvolger J.C. Brons is gematigder. De politieke onrust neemt af. Bos Verschuur mag weer naar huis, op voorwaarde dat hij niet meer politiek actief is.

'Diepe verontwaardiging en ontevredenheid heerst in den lande over het beleid van den Gouverneur in Suriname. Het volk voelt zich door een breeden kloof gescheiden van het Bestuur. En dit, helaas, begint ook den Band met het Oranjehuis merkbaar aan te tasten.’
Wim Bos Verschuur in zijn brief aan Koningin Wilhelmina, 23 juli 1943

‘Bos Verschuur betekende veel voor jonge mensen. Hij opende onze ogen voor de bedoelingen van Nederland met Suriname. We noemden hem ‘oom Wim’. Heel wat jonge jongens hebben in zwarte verf 'weg met de Hollanders' geschreven. Ze werden allemaal opgepakt.’
Eugene Lafour

Meer artikelen uit dit dossier

Er is veel meer te vertellen over dit onderwerp. Lees snel verder op onderstaande pagina's.