Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga naar de hoofdinhoud Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga direct naar zoeken

Industrie

De oorlog zal worden gewonnen op golven olie en met vrachten bauxiet.
Minister-president P.S. Gerbrandy voor Radio Oranje, november 1941

Bauxiet ontdekt in Frankrijk

Bauxiet is de naam van het erts van aluminium. Bauxiet is genoemd naar het dorp Les Baux de Provence in het zuiden van Frankrijk. Daar wordt het in 1821 ontdekt door de Franse geoloog Pierre Berthier. In 1991 wordt de winning van bauxiet in Frankrijk gestaakt.

Tegenwoordig is Australië de grootste leverancier. In 1915 wordt in Suriname bauxiet ontdekt. De opbrengst uit bauxiet levert de Surinaamse staat veel geld op.

Productie

Bauxiet bestaat voor een groot deel uit aluminium-hydroxide; daarnaast bevat het, afhankelijk van de oorsprong, ook verbindingen van titanium, ijzer en silicium. Eerst wordt het bauxiet opgelost in een hoog sodahoudende oplossing die wordt verhit.

Zo ontstaat een oxide waaruit door elektrolyse het metaal wordt gemaakt. Dit laatste kost zeer veel energie; daarom worden aluminiumfabrieken vaak naast elektriciteitscentrales gebouwd.

Bauxietmin in Suriname.

Grondstof voor geallieerde vliegtuigen

Vanaf 1922 wordt in Suriname erts gewonnen uit de rode steensoort bauxiet. Hiervan wordt aluminium gemaakt. In diezelfde tijd krijgen Curaçao en Aruba raffinaderijen voor de verwerking van olie uit Venezuela. Door de oorlog bloeien de olie- en aluminiumindustrie op.

Tachtig procent van de brandstof voor de Britse luchtmacht komt uit Curaçao en Aruba. Met aluminium van Surinaams bauxiet wordt ongeveer zestig procent van alle geallieerde vliegtuigen gebouwd.

Oorlog vergroot vraag naar olie

De Antilliaanse olie-industrie krijgt door de oorlog een enorme impuls. Het is, net als de Surinaamse bauxietindustrie, een jonge bedrijfstak. In 1914 worden er olievelden rond het Meer van Maracaibo in Venezuela ontdekt. Er liggen zandbanken in dat meer zodat de olie met kleine schepen moet worden afgevoerd. De buitenlandse oliemaatschappijen voelen weinig voor grote investeringen in het politiek zeer instabiele land.

De Lago-installaties.

De Lago-installaties

Alle betrokkenen samen nemen het besluit de Venezolaanse olie te verwerken op Aruba en Curaçao. De Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij (Shell) vestigt een raffinaderij op Curaçao. Het Amerikaanse bedrijf Lago Oil, producent van Esso, begint een raffinaderij op Aruba.

Amerikaanse troepen

Deze belangrijke industrieën worden bewaakt door Amerikaanse troepen, maar ook door Surinamers, Antillianen en Arubanen. En door soldaten van de Prinses Irene Brigade, het leger dat is gevormd door de naar Engeland uitgeweken Nederlandse regering.

Amerikanen trekken Paramaribo binnen, november 1941.

Prinses Irene Brigade

‘Ik was op oefening in Engeland toen het bericht kwam dat er vrijwilligers werden gezocht ter versterking van de defensie in Suriname. Binnen 24 uur zaten we op een schip naar de West. We waren zwaar bewapend, met tommyguns, handgranaten en moderne geweren. De ontvangst aan de kade van Paramaribo was overweldigend.’
Anton van den Hoek, Prinses Irene Brigade

‘We gingen als bewaking mee op de bauxietboten die van en naar de bauxietmijn Moengo gingen, om sabotage tegen te gaan. Als één boot zou zinken, zou de rivier verder onbruikbaar zijn. De tocht duurde ongeveer twaalf uur.’
Dik Dikkers, Prinses Irene Brigade

De Amerikaanse president F.D. Roosevelt biedt op 1 september 1941 koningin Wilhelmina per brief aan om drieduizend Amerikaanse militairen naar Suriname te sturen.

Amerikaansse soldaten bewaken de Lago-installaties.

Amerikanen onder Nederlands opperbevel

De Nederlandse regering in ballingschap wil niet helemaal afhankelijk zijn van de geallieerden. Ze stelt daarom heldere voorwaarden: de Amerikaanse troepen moeten onder Nederlands opperbevel staan.

Er worden ook 156 soldaten van het in Engeland en Canada gevormde Nederlandse leger, de Prinses Irene Brigade, naar Suriname gezonden.

Duitse aanvallen op olie-industrie

In de nacht van 15 op 16 februari 1942 wordt de eerste Duitse torpedo op het westelijk halfrond bij Aruba afgevuurd. Met als doel het tankerschip Pedernales. De lading ruwe olie vliegt in brand, maar het schip zinkt niet. Vier andere tankers worden tot zinken gebracht. Daarbij komen tientallen bemanningsleden om.

In de nacht van 18 op 19 april reageert de kustartillerie alert. Zij kan een aanval op de olie-installaties aan de Bullenbaai op Curaçao voorkomen, tijdens deze zo genoemde Operatie Paukenschlag.

Soms worden ook schepen met Surinaams bauxiet aangevallen.

Brandende olietanker 12 mijl uit de kust van Curaçao, 5 november 1942.

Amerikaanse reactie

De pas gearriveerde Amerikanen komen meteen in actie. Zij laten enkele oorlogsvliegtuigen en torpedojagers naar het gebied komen. In de weken na de eerste aanval brengen de Duitse duikboten in het Caribisch gebied in totaal 21 schepen tot zinken, maar nieuwe aanvallen op de raffinaderijen blijven uit.

De Duitsers lijden in 1943 grote verliezen in Rusland en Noord-Afrika. Zij kunnen de aanvallen in het Caribisch gebied niet langer volhouden. 

Getorpedeerd

'Ik werkte op de schepen die olie uit Venezuela haalden. We voeren vaak in het pikkedonker. De patrijspoorten waren zwart geschilderd, zodat de vijand ons niet kon zien. Op een van die tochten werden we toch getorpedeerd door een Duitse duikboot. Er was grote paniek. Sommigen durfden niet van het schip te springen. Ze hebben het niet overleefd. Ik sprong en dobberde twaalf uur lang op zee. Overal dreef olie.’
Carel Lichtveld, werktuigkundige bij de Curaçaose Petroleum Maatschappij

Torpedo op het strand van Aruba bij de Eagle-pier, februari 1942.Deze torpedo ontplofte een dag later bij de ontmanteling. Daarbij kwamen vier Nederlandse militairen om het leven.

Het Chinezenconflict

In april 1942 gaan vierhonderd Chinese zeelieden op de Antillen in staking. Ze worden slecht betaald ook al werken ze op de gevaarlijkste plek bij duikboot-aanvallen, onderin de olietankers.

Staking Chinese zeelieden bloedig onderdrukt

Maar staken is verboden vanwege het belang van het werk voor de oorlog. De stakers worden onmiddellijk opgepakt. Er ontstaat een oproer dat met veel geweld door politieagenten wordt neergeslagen. Zij schieten vijftien Chinezen dood.

Censuur

Een artikel over de slechte behandeling van de Chinese zeelieden wordt door de censuur verboden. Om te wijzen op de rechten van de Chinezen plaatst de redactie van de krant Amigoe di Curacao op de witte plek van het artikel alleen een korte tekst uit de Curaçaose Staats-regeling over de afschaffing van de slavernij.

Hierop legt gouverneur Wouters de krant een verschijningsverbod op; de drukpersen worden verzegeld. Dit wekt veel verzet. Drie dagen later verschijnt de krant weer, maar het eerstvolgende nummer wordt opnieuw gecensureerd.

Persbericht 24 april 2007

Slachtoffers 'Februaristaking' Curaçao herdacht
Willemstad, Curaçao. Op zondag 22 april heeft Mgr. Dr. Amado Römer, Bisschop van Curaçao, de begraafplaats Kolebra Bèrdè te Willemstad in ere hersteld en gezegend.

Tijdens de ceremonie werd tevens een plaquette onthuld door voorzitter Nizaar Makdoembaks van de Stichting Eerherstel Oorlogsslachtoffers Curaçao. Daarmee werden vijftien geëxecuteerde Chinezen van Nederlandse afkomst herdacht die 65 jaar geleden tijdens de Tweede Wereldoorlog werden begraven op een ongewijde begraafplaats.

De Chinese stokers uit Rotterdam werden tijdens een staking begin 1942 vastgezet in gevangenkamp Suffisant op Curaçao. Deze arbeiders van de Curaçaose Scheepvaart Maatschappij (CSM), een dochteronderneming van de latere Shell Curaçao, waren afkomstig van een aantal olietankers die ruwe olie uit Venezuela vervoerden naar het Caribisch gebied. De olieraffinaderijen draaiden op topcapaciteit en brachten grote economische bloei. Met behulp van de brandstof kon de geallieerde oorlogsmachine mede in stand gehouden worden. Ten gevolge van de olietransporten was de Caribische Zee tot oorlogsgebied verklaard. Duitse duikboten torpedeerden regelmatig de tankers.

De CSM-vloot telde meer dan duizend bemanningsleden, waaronder circa vierhonderd Chinezen. Ten opzichte van de Nederlandse bemanning werden de Chinese arbeiders minder goed behandeld. Er waren verscheidene malen loonconflicten en ook voor hun veiligheid werd minder goed gezorgd. Zij gingen in staking, evenals een aantal Nederlandse officieren.

Op 13 maart 1942 werden de stakende Chinezen opgeroepen voor het hoofdbureau van de politie aan het Wilhelminaplein. Hun leiders werden gesommeerd om te gaan varen. Toen zij dit weigerden, werd de groep overgeplaatst naar Suffisant. Ze stonden onder bewaking van gewapende politieagenten en gewapende bewakers van de Curaçaose Petroleum Industrie Maatschappij. Toen dezen door intimidatie trachten het verzet te breken, ontstond oproer onder de stakenden. De bewakers openden vervolgens het vuur en twaalf Chinezen werden direct doodgeschoten, drie overleden kort daarna en 44 raakten gewond. De Curaçaose autoriteiten, onder leiding van gouverneur Wouters, werden door dit voorval sterk in verlegenheid gebracht. Op 21 april 1942 werden de twaalf Chinese slachtoffers snel en anoniem begraven op Kolebra Bèrdè, een ongewijde begraafplaats voor misdadigers en criminelen.

Het dossier over de exacte toedracht van de Curaçaose 'Februaristaking' is nooit vrijgegeven en tijdens de parlementaire enquête in 1948 over het Nederlands regeringsbeleid ten tijde van de WO II, is de geschiedenis bewust niet nader onderzocht.

In april 2003 werd de begraafplaats voor de eerste maal gewijd door Mgr. Luis Secco, bisschop van de Nederlandse Antillen en Aruba. Die ceremonie volgde op een schoonmaakactie van de verwaarloosde en overwoekerde begraafplaats door de Stichting Eerherstel Oorlogslachtoffers Curaçao (SEOC). Twee dagen geleden werd dan de plaquette onthuld en Kolebra Bèrdè in ere hersteld. Bij deze plechtigheid waren enkele prominenten aanwezig. Naast Mgr. Römer werd de ceremonie bijgewoond door Wim van Lamoen, vakbondsleider, Charles Dorego, oud-ambtenaar van de Burgerlijke Stand, Nizaar Makdoembaks, voorzitter SEOC en Junnes E. Sint Jago, die eerder een boek schreef over het bloedbad in 1942.

 

Meer artikelen uit dit dossier

Er is veel meer te vertellen over dit onderwerp. Lees snel verder op onderstaande pagina's.