Na de oorlog
De bevrijding in 1945 wordt ook in de West uitbundig gevierd. De eerste schepen naar Nederland zijn beladen met hulpgoederen. Met geld uit Curaçao wordt in Laren een sanatorium voor oorlogsslachtoffers gebouwd.
Frater Martinus
'Op 4 mei ’s middags vertelde de radio dat de moffen in Nederland zich hadden overgegeven. De scholen werden meteen gesloten, de jeugd was dol van blijdschap. Overal wapperde de Nederlandse driekleur. De klokken begonnen te luiden, de schepen te fluiten, de mensen wensten elkaar op straat proficiat, donderbussen knalden, er was vreugde alom.'
Frater Martinus
Contact met familie
Natuurlijk proberen veel Surinamers en Antillianen na de bevrijding meteen contact op te nemen met familieleden in Nederland. Dat is meestal nog niet mogelijk want de verbindingen zijn niet direct hersteld.
Niemand kan weg
Het duurt nog heel lang voor er voldoende transportmogelijkheden zijn. Allerlei groepen mensen die weg willen, moeten in Suriname en op de Antillen blijven:
- Nederlanders die naar Nederland willen
- Joodse vluchtelingen
- Amerikaanse militairen
- geïnterneerde Duitsers, Oostenrijkers, Zuid-Afrikanen en ‘Indische NSB'ers’
Geïnterneerden
De vrijlating van de Duitse en Oostenrijkse geïnterneerden laat op zich wachten. De 22 Duitse mannen die met een Surinaamse vrouw zijn getrouwd worden daarom toch vrijgelaten, op voorwaarde dat zij zich van politieke activiteit onthouden. De rest kan pas begin 1947 Kamp Copieweg verlaten.
Op 19 februari 1947 vertrekken de Duitsers per schip naar Amsterdam. Net als bij de ‘Indische NSB-ers’ loopt de bevolking massaal uit voor een zeer emotioneel afscheid. Bijna honderd Duitsers en Oostenrijkers, onder wie de Joden, krijgen toestemming om op de Antillen te blijven.
We vonden het vreselijk dat we weg moesten uit Suriname. Hiermee kwam een einde aan twee eeuwen zendelingschap. Het was een heel dramatisch moment, zowel voor de Surinamers.
Symphatie
'De inheemsen hadden sympathie voor ons gekregen toen ze zagen hoe blanken andere blanken behandelden. Het vertrek was luisterrijk. De hele bevolking uit de omtrek had zich, voorzien van vlaggen, drums en andere instrumenten, langs de rivier opgesteld om afscheid van ons te nemen.’
De heer J.E. Stulemeijer, Indische geïnterneerde
Amerikanen
In februari 1947 vertrekken de laatste Amerikaanse militairen van de Antillen; op 22 oktober vertrekken de laatste 42 Amerikanen uit Suriname. Zij krijgen een feestelijk afscheid. Hun basis op Zanderij wordt overgedragen aan de Nederlanders. Hiermee wordt, tweeëneenhalf jaar na de bevrijding van Nederland, de oorlog echt afgesloten.
Passagiervervoer
Pas na lange tijd komt het passagiersvervoer op gang. In de loop van 1947 vertrekken de laatste Joodse vluchtelingen, Duitse geïnterneerden, Indische geïnterneerden en Amerikaanse soldaten uit de West. Studenten uit Nederland keren terug, net als de soldaten die in Europa en Nederlands-Indië hebben gevochten.
Eerste passagiersschepen
Het is ook nog niet veilig op zee en er zijn maar weinig schepen beschikbaar. De eerste passagiersschepen die Suriname en de Antillen aandoen zijn de SS Lingstroom in Suriname en de SS Stuyvesant van de KNSM op de Antillen.
Strijd tegen Indonesische onafhankelijkheisstrijders
'Toen wij na de overgave van de Japanners in 1945 tegen de Javanen - de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders - moesten vechten, hebben wij geprotesteerd; in Suriname zijn het onze buren en misschien vecht je tegen hun familieleden. Door de Nederlandse legerleiding werd dit niet gewaardeerd. Toen we in Suriname aankwamen werden wij afgekeurd voor de militaire dienst. Zonder duidelijke reden.'
William Watson, vrijwillige militair in Nederlands-Indië
Na de capitulatie van Japan raken de Surinamers betrokken bij de strijd tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders. Gezamenlijk vragen de vrijwilligers overplaatsing aan, omdat ze niet willen vechten tegen de Indonesiërs. De Nederlandse legerleiding heeft daarvoor weinig begrip, maar ze stemt er mee in uit angst dat de Surinamers zich bij de onafhankelijkheidsstrijders aansluiten.
Naoorlogse ontwikkelingen
Als de oorlogsproductie wegvalt, krijgt de explosief gegroeide economie een terugval. Maar Suriname blijft een grote bauxietproducent. Ook de Antilliaanse olieraffinaderijen blijven nog tientallen jaren floreren.
Veel van de nieuwe kleine industriële bedrijfjes blijven bestaan. De contacten met de Verenigde Staten uit de oorlogsjaren zorgen op de Antillen voor de verwachte groei van het toerisme. Suriname en de Antillen zouden nooit meer zo arm en geïsoleerd zijn als voor de oorlog.
Streven naar zelfstandigheid
Ook de politieke situatie is door de oorlog blijvend veranderd. Het streven naar zelfstandigheid wordt serieus opgepakt. In 1954 wordt definitief vastgelegd, dat de koloniën nu gelijkwaardige 'Rijksdelen' zijn.
Politieke partijen
Het streven naar zelfstandigheid raakt in de oorlogsjaren in een stroomversnelling. Het krijgt na de oorlog vorm. In 1946 worden op de Antillen en in Suriname allerlei politieke partijen opgericht. In 1949 fuseert in Suriname een aantal partijen. Op de Antillen zijn er partijsplitsingen. Op Aruba komt in 1947 de afscheidingsbeweging Separacion tot stand.
Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden
Begin 1948 vindt er een eerste Ronde Tafel Conferentie plaats tussen Nederland, Suriname en de Antillen. Daar wordt vastgesteld dat de koloniën voortaan Rijksdelen heten. Dit wordt in 1954 definitief vastgelegd in het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden. De naam 'Curaçao' voor het hele gebiedsdeel wordt vervangen door 'Nederlandse Antillen'.
Een reeks hervormingen wordt besproken:
- invoering van algemeen kiesrecht
- afschaffing van de benoemde statenleden
- uitbreiding van het aantal statenzetels tot 21
- de bevoegdheid van de Staten om de begroting vast te stellen
- de benoeming van een vertegenwoordiger in Nederland