Medeleven
Veel Surinamers, Antillianen en Arubanen voelen zich verslagen als Nederland wordt bezet door Duitsland. Ze leven hartstochtelijk mee met de gebeurtenissen in Europa.
Allerlei organisaties worden opgericht om de band met Nederland in ere te houden, en om geld in te zamelen voor de oorlogsslachtoffers en de geallieerde oorlogvoering.
In mijn vrije tijd verkocht ik voor de deur van allerlei feestzalen rood-wit-blauwe speldjes voor een dubbeltje. Dat geld ging dan naar een fonds om hulpgoederen voor Nederland te kopen. Alles draaide om Nederland.
Bevolking slaat de handen ineen
De bevolking brengt vele honderdduizenden guldens bijeen, onder andere voor de aankoop van een Spitfire gevechtsvliegtuig en een torpedojager. Ook wordt er ijverig zilverpapier ingezameld voor de oorlogsindustrie. Voor de geallieerde soldaten worden truien en sokken gebreid. Jaarlijks zijn er herdenkingen voor de in mei 1940 omgekomen Nederlandse soldaten.
Suriname Waakt
In februari 1941 wordt - met steun van het gouvernementele bestuur - Suriname Waakt opgericht. Deze organisatie had als doel ‘het versterken van de nationale gevoelens, het verder doen doordringen en bewust maken der Nederlandse traditie en cultuur en het opvoeren van het saamhorigheidsidee’.
Suriname Waakt organiseert jaarlijks in de meidagen in theater Bellevue een ‘Nationale Betooging’, waarbij de gevallen Nederlandse soldaten worden herdacht. Daarbij wordt twee minuten stilte gehouden, een gebruik dat ook bij de naoorlogse herdenkingen in Nederland centraal kwam te staan.
Herdenking op de Antillen
In de oorlogsjaren wordt ook op de Antillen jaarlijks de Duitse inval in Nederland herdacht. Bij de opening van de Staten op de eerste dinsdag in april staat men stil bij de 'overweldiging van ons vaderland'.
Er vinden herdenkingsdiensten plaats in alle kerken, synagogen en moskeeën en '... terwijl de militaire vlag werd geheschen stopte het verkeer op het geheele eiland voor een minuut'.
Spitfire Gevechtsvliegtuig 'Suriname'
Er wordt onder andere geld ingezameld voor de geallieerde oorlogvoering. In 1941 wordt het Spitfirefonds opgericht onder leiding van J. Wijngaarde van de krant Suriname. Door inzamelingsacties en loterijen brengt het fonds 38.000 gulden bijeen voor de aankoop van een Spitfire gevechtsvliegtuig, destijds een enorm hoog bedrag. De aangekochte Spitfire kreeg de passende naam 'Suriname'. Daarna wordt geld ingezameld voor een torpedojager ter vervanging van het schip Van Galen, dat in Rotterdam is vergaan tijdens de meidagen van 1940.
Spitfirefonds
'We hebben ook eens een grote revue opgevoerd om geld in te zamelen. Ik heb daarin zelf meegedaan aan een dansje. Er waren liedjes over de Spitfire. We hebben ook veel gebreid en gehaakt voor de Engelsen van de RAF. Er was een comité dat dat regelde. Daar haalde je wol en breipennen op. Je kon ook breiles krijgen, want veel vrouwen konden niet breien. We woonden immers in een warm land.’
Zita Moreno
Hulpacties gericht op oorlogsslachtoffers
De hulpacties zijn in eerste instantie gericht op de oorlogsslachtoffers. In 1940 wordt in Suriname de Stichting Oorlogsnoodfonds Suriname en het Surinaamse Roode Kruis opgericht.
Ook de Antilliaanse bevolking is zeer meelevend en goedgeefs. Een van de hulporganisaties op de Antillen is bijvoorbeeld het Damescomité Prinses Irene. Samen met het Roode Kruis organiseren ze een grote fancy fair. In een brief schrijft het comité: ‘De Fair zal een Hollandsch karakter hebben. De kleding van de meewerkende dames zal Hollandsche boerinnendracht zijn.’ De fair is een groot succes.
‘Toen ik zelf geld ging ophalen wilde ik hier en daar een al te armoedig hutje overslaan, maar de mensen kwamen naar buiten en zeiden “Dokter mi no ta bon pa un fwerte pa e pober Ulandesnan?” Dokter, ben ik niet goed genoeg om een daalder te geven voor die arme Hollanders?’
Chris Engels, oprichter SANOC (Steun aan Nederlandse Oorlogsslachtoffers Curaçao)
'Ik was scholier en ik deed er wel aan mee hoor, aan die SANOC-actie, maar ik had toch ook wel wat gemengde gevoelens. De actie was door de Nederlanders georganiseerd en er was erg op ons ingepraat om eraan mee te doen. Er was een grote sociale druk. Je moest eigenlijk wel.'
Ted Marchena