Oorlog op komst
Op 10 mei 1940 valt Duitsland Nederland binnen. De Nederlandse regering en de koningin wijken uit naar Engeland. De Nederlanders in Indië zijn geschokt. NSB'ers en Duitsers die in Indië wonen, worden onmiddellijk als vijanden gevangengenomen. Contact met familie in Nederland is niet meer mogelijk.
'We schrokken verschrikkelijk van de Duitse inval in Nederland. Heel Indië was in rep en roer, want het moederland was in gevaar. Maandenlang ging ik dagelijks naar de kerk om voor Nederland te bidden.'
Hulpacties
'Ik vergat nog te vermelden, dat de 75.000 pakjes thee, die mij uit Indië waren toegezonden, met een label eraan: ‘Nederland zal herrijzen. Uit vrij Nederlandsch-Indië een groet: Houdt moed’ in de nachten tusschen 20-28 maart over tien steden in Nederland door R.A.F. bombers op weg naar Duitsland zijn uitgestrooid. (…) ’t heeft me heel wat moeite gekost, maar ’t nieuws werd in Indië met enthousiasme begroet.'
Uit dagboek G.H.C. Hart, ambtenaar van de Nederlandse regering in Londen
In Indië organiseren de Nederlanders en Indische Nederlanders allerlei hulpacties om deze regering te steunen. Ze halen geld op voor de oorlogvoering, verzamelen aluminium en breien kledingstukken voor de geallieerde soldaten. In 1941 strooien Engelse bommenwerpers duizenden theezakjes uit Nederlands-Indië uit boven steden in bezet Nederland.
‘Indië is paraat!’
De Nederlands-Indische regering bereidt zich voor op een uitbreiding van de oorlog naar Azië. Japan is een bondgenoot van Duitsland en dreigt Indië aan te vallen. Alle Nederlanders en Indische Nederlanders worden daarom burgerdienstplichtig en het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger) versterkt zijn troepen. Het Bataviaasch Nieuwsblad schrijft na een parade van het KNIL vol zelfvertrouwen: ‘Indië is paraat!’
Er worden loopgraven en schuilkelders aangelegd. Jongens worden ingezet bij de Stads- en Landwachten en bij de Luchtbeschermingsdienst (LBD). Vrouwen worden ingedeeld bij de Commissie voor de Organisatie van Vrouwenarbeid in Mobilisatietijd (COVIM), het Vrouwen Automobiel Corps (VAC) of het Rode Kruis.
Parades
'Die militaire parades waren heel indrukwekkend: er liepen mannen met rugzakken en er waren omgebouwde pantserwagens. Je kreeg het idee dat het zo’n machtig leger was, dat we nooit verslagen zouden worden.'
Ben Rietveldt, twaalf jaar als hij de parades ziet.