Onschuldige kinderen
Als reactie op de represailles van de Duitsers overweegt het verzet druk uit te oefenen via de kinderen van Duitse machthebbers. Wat vinden de drie meiden hiervan?
Opdracht
In 1945 zijn veel verzetsmensen gearresteerd. Tijdens een vergadering in het hoofdkwartier van de verzetsgroep, krijgen Hannie, Truus en Freddie de opdracht om de kinderen van rijkscommissaris Seyss Inquart, de Duitse leider van Nederland, te ontvoeren. De nieuwe commandant hoopt dat de Duitsers een groep gevangen verzetsmensen zullen vrijlaten in ruil voor de kinderen.
Freddie zegt 'nee'
De kleine Freddie blijkt nu erg principieel. Ze weigert de opdracht uit te voeren: ‘Als jullie het willen doen, mij best, maar ik doe het niet. Geen sprake van. Ik heb nooit kinderen in de strijd willen betrekken, ook geen kinderen van nazi’s. Kinderen zijn altijd onschuldig.’ Hannie en Truus aarzelen, maar sluiten zich uiteindelijk aan bij Freddie.
Soort soldaten
Truus: ‘Freddie was heel dapper. Hannie en ik twijfelden nog, want op die manier zouden veel gevangenen kunnen worden bevrijd. Het was wat hoor, weigeren. We waren toch een soort soldaten, die de opdrachten hadden uit te voeren. Die commandant was woedend. Hij zei dat hij ons liet liquideren. We bleven ijskoud toen we hem vertelden dat we dat dan wel zouden zien.’