Liquidaties
In het gewapend verzet worden wapens vooral gebruikt om te dreigen en ter zelfverdediging. Maar later ook om landverraders neer te schieten (liquideren). Hoe hebben de drie meiden dit ervaren?
Verrader
In 1942 wordt verzetsman J.M. Gerritsen door de Duitsers opgepakt en weer vrijgelaten. Steeds meer mensen in zijn omgeving worden gearresteerd. Gerritsen moet de verrader zijn. De communistische partij vergadert er over.
Emoties
Truus: ‘Ik ben bij die vergadering geweest. Dat was afschuwelijk. Hoog opgelaaide emoties, want er moest een oplossing gevonden worden. Achter elkaar werden onze mensen opgepakt, goeie kameraden die later de kogel kregen. Niemand van ons vertrouwde die man nog, maar het was toch een kameraad.’
Eerste liquidatie
Er wordt besloten hem neer te schieten. De commandant van de groep zal het doen en wijst Freddie aan om met hem mee te gaan. Op 2 oktober 1942 is Freddie als eerste van de meiden betrokken bij een liquidatie. De meiden zullen nog bij ongeveer tien liquidaties betrokken zijn.
Freddie
Na de aanslag is Freddie wekenlang overstuur. Wapens bij je dragen blijkt nog iets anders dan mensen gericht doodschieten. Toch heeft ze geen spijt: ‘Ik heb geen medelijden gehad. Je schiet niet op een mens, maar op je vijand, iemand die andere mensen verraadt.’
Truus
Ook Truus voert later liquidaties uit: ‘Het neerschieten van mensen was vreselijk. Ik weet nog dat we er hevig om gehuild hebben, Hannie, Freddie en ik. Armen om elkaar heen. Het is geen leuk werk, maar het moest gebeuren. Op een gegeven moment komen in jouw groep verraders te zitten en die moeten weg. Je kan ze niet in de gevangenis stoppen. Je moet een oplossing zoeken en die oplossing is dan: hij moet geliquideerd worden.’
Ellendig
Truus: ‘Hannie was altijd heel zenuwachtig voor een liquidatieactie, en mijn zusje Freddie ook, die kon wel een zakdoek opvreten van narigheid. Ik had er van tevoren en op het moment dat ik het doen moest weinig moeite mee, en ik was dan ook meestal degene die de anderen oppepte. Maar als het afgelopen was kon ik soms gewoon van mijn stokje gaan, of uren achtereen op de wc zitten om maar aan niemand te laten zien dat ik zo verschrikkelijk moest huilen. Het was echt een ellendig gevoel.’