Klein verzet
O.Z.O. Oranje zal overwinnen! Trouw betonen aan de koningin, humor, spotliedjes, speldjes. Kleine speldenprikken tegen de bezetter. Helpt dat? In ieder geval geeft het de burger weer wat moed.
Onschuldig - ongevaarlijk?
Al meteen zijn er mensen die de bezetting van Nederland maar niks vinden. Ze gaan niet meteen gewapend in verzet, maar ze willen wel laten zien wat ze ervan vinden. Op allerlei onschuldige manieren maken ze duidelijk dat ze tegen de Duitse bezetting zijn. Helemaal ongevaarlijk is dit echter niet.
Oranje zal overwinnen!
De meeste Nederlanders blijven hopen op een Duitse nederlaag en terugkeer van de koninklijke familie. Zegt iemand op straat 'O zo!', dan betekent dat: Oranje zal overwinnen! En het antwoord is vaak 'Jozo!' (Ja, oranje zal overwinnen).
Mensen maken hangertjes, boekenleggers, speldjes, armbanden, kaartjes en veel meer in oranje, met de 'W' of de afbeelding van de koningin. Met die versiersels laten ze zien dat ze voor oranje zijn (en dus tegen de Duitse bezetter). Ook rood-wit-blauw zijn populaire kleuren.
Engelse vliegtuigen droppen hoop
De Engelsen droppen oranje en rood-wit-blauwe voorwerpen uit vliegtuigen: lucifersdoosjes, theezakjes, foldertjes en fotootjes van de Koninklijke familie zorgen voor steun voor de Nederlandse bevolking en hoop op de overwinning.
Anjerdag
Op 29 juni 1940 is Prins Bernhard jarig. Overal wordt de vlag uitgehangen. Veel mensen dragen, net als Prins Bernhard, een anjer in hun knoopsgat. Ze doen het om te laten zien dat ze voor het Koningshuis zijn en tegen de Duitse bezetting. Heel veel mensen doen mee.
Reactie
De bezetters zijn niet blij met al die anjers. Ze besluiten dat alle koninklijke portretten uit de openbare gebouwen weg moeten. Later veranderen ze ook straatnamen: zo wordt het Prins Bernhardplein het Gooiplein. En anjers en vergeet-mij-nietjes mogen niet worden verkocht rond de verjaardagen van het Koninklijk Huis.
Averechts effect
Het Koninklijk Huis, het Huis van Oranje, wordt hierdoor juist nog meer een symbool van verzet. Mensen gaan (zelfgemaakte) oranje en rood-wit-blauwe speldjes en strikjes dragen. Armbanden en kettingen worden gemaakt van munten met de afbeelding van koningin Wilhelmina. Ook maken mensen Oranje gezinde boekenleggers. Op straat schildert men OZO (Oranje Zal Overwinnen). En het inspireert tot spotliedjes op bestaande melodieën.
Op de wijs van 'Lily Marleen':
Voor de poort van Moskou
Stond een Duits soldaat.
Twee bevroren benen en een bleek gelaat.
Hij stond te bib'ren van de kou,
En dacht waar blijft de Führer nou,
Die ons toch redden zou.
Op de wijs van 'Oranje boven':
Kleurtje boven, kleurtje boven,
leve je weet wel wie.
Weg met - ik mag niet zeggen
leve je weet wel wie.
Kleurtje boven, kleurtje boven,
leve je weet wel wie.
Nelia Epker
Den Haag, begin 1941. Vader en moeder Niehot krijgen hun veertiende kind. Ze kunnen haast geen naam meer bedenken. Ze willen het kind Nelia noemen. Zo heet de verloskundige: Nelia Epker.
Maar de verloskundige stelt de ouders een 'Oranje'-naam voor. De naam wordt via een geboorte-advertentie in de krant bekendgemaakt: Irene Beatrix Juliana Wilhelmina Niehot. Het zijn de namen van de koningin en de drie prinsesjes! De advertentie levert veel reacties op. Wildvreemden sturen kaarten, bloemen, taarten en zelfs geld. In maart 1941 plaatst Nelia Epker een bedank-advertentie, zodat weer al die namen in de krant staan!
Straf
Dan wordt ze opgepakt. Het gaat de Duitsers te ver. Ze sturen Epker naar concentratiekamp Ravensbrück. Ze overleeft het kamp en keert pas terug in augustus 1945.
Spotnamen voor Hitler
Op scholen verzinnen leerlingen spotnamen voor Hitler in allerlei talen.
Bijvoorbeeld:
In het Russisch heet Hitler: Slarottimof (mof is het scheldwoord voor Duitser).
In het Japans: Foetsjimoeti.
In het Portugees: Lopez de Zee.
In het Fries: Jatstra.
In het Vlaams: Manneke Plons
Zo'n schrift als op de foto kun je natuurlijk niet zomaar open en bloot laten slingeren. Want je kunt er best straf voor krijgen. Zeker als je leraar voor de NSB is.
Seyss-Inquart
De nieuwe baas in Nederland was de Oostenrijkse nazi Arthur Seyss-Inquart (spreek uit: Sijs Inkwart). De Nederlanders noemden hem al snel 'zes-en-een-kwart'. Natuurlijk waren de Nederlanders niet dol op hem en dat lieten ze merken. Zo werd zijn naam verbasterd en hij werd bespot omdat hij mank liep.
Zes en een kwart, jij met je manke benen,
Zes en een kwart, hoepel jij maar op naar Wenen.
Hier is geen eten meer, alles is gejat.
Keer naar je heimat weer, zes en een kwart.
NSB'ers en moffen bespot
Duitsers worden bespot met het scheldwoord moffen en NSB'ers met moppen en liedjes. Ook over de NSB'ers die hun krant verkopen worden spotliedjes gemaakt:
Op de hoek van de straat staat een NSB'er,
't Is geen mens, 't is geen dier, 't is een farizeeer.
Met de krant in de hand, staat hij daar te venten.
En verkoopt zijn Vaderland, voor slechts enk'le centen.
Op de hoek van de straat, staat een orgeldraaier.
't Is geen mens, 't is geen dier, 't is een landverraaier.
Schiet hem dood, net als Koot. Doe hem in een kissie.
Doe er dan wat water bij, dan zwemt ie als een vissie.
NSB liefdadigheid
De bezetters willen dat het Nederlandse volk een goede indruk krijgt van de Duitsers. Zij richten daarom de Winterhulp op. Deze liefdadigheidsorganisatie is in handen van de NSB en zamelt geld in voor arme Nederlanders.
Een goed doel van de NSB valt echter bij veel Nederlanders niet in goede aarde en al snel klinkt het spottend: 'GEEN KNOOP VAN M'N GULP VOOR DE WINTERHULP!'
'Stelletje rovers!'
De Haagse Jacoba Maria Blom-Schuh zegt in april 1941 tegen een Winterhulp-collectante:
'Ik geef pas aan de Winterhulp als onze koningin weer terug is. De opbrengst van de Winterhulp is voor de Duitsers en NSB'ers, en dat zijn een stelletje rovers, net als Adolf Hitler.' De collectante doet aangifte. Maria Schuh gaat voor drie maanden de gevangenis in. Het maakt haar niet minder dwars. De kousen die ze van de SS-bewakers moet stoppen naait ze dicht, zogenaamd uit onkunde.