Introductie: Duitsland bezet Nederland
'Op 10 mei '40, 't was net licht, werden wij door de oorlog verrast. 't Allereerste schot van een Duits kanon schoot dwars door een woning, waar wij half voor stonden. Iedereen stoof weg. De Duitse vliegtuigen vlogen laag over. Een van de jongens loste er een schot op. Ik zei: 'Hou kinst dat nou doun, Berend, nou heb we 'n 'grensincident'.' Nou we hebben geweten wat dat grensincident betekende ...'
Frits Bos, dienstplichtig soldaat, gelegerd in Groningen
Inval en overgave
Op 10 mei 1940 valt nazi-Duitsland onverwacht Nederland, België en Frankrijk binnen. In een verklaring spreken de Duitsers van een te verwachten inval van Frankrijk en Engeland in België, Nederland en Luxemburg. Deze zou zijn voorbereid met medeweten van Nederland en België met als doel een aanval op het Roergebied te doen.
De Nederlanders zijn geschokt. Het geloof dat men buiten de oorlog kon blijven blijkt onterecht. Het Nederlandse leger is niet in staat om de Duitse opmars te stoppen maar biedt aanzienlijk meer verweer dan de Duitsers hadden verwacht. De Duitse luchtmacht bombardeert daarom op 14 mei 1940 Rotterdam.
Na het Duitse dreigement om ook andere steden te bombarderen geeft Nederland zich, na vijf dagen oorlog over. De regering en de koninklijke familie wijken uit naar Engeland. Tijdens de strijd in de meidagen zijn 2.200 militairen omgekomen en 2.700 gewond geraakt. Het aantal omgekomen burgers bedraagt 2.000.
De opmars van nazi-Duitsland lijkt niet te stuiten. Ook België en Frankrijk worden door de Duitsers bezet. Na de overgave van Frankrijk in juni 1940 staat Engeland alleen in de strijd.
Het leven gaat door
De Duitse bezetting lijkt in eerste instantie mee te vallen. De Duitse bezetters gedragen zich redelijk correct. Ze hopen de Nederlanders als 'Germaans broedervolk' te winnen voor het nationaal-socialisme. Als gebaar van goede wil laten zij de Nederlandse krijgsgevangenen vrij. Duitsland lijkt oppermachtig in Europa en veel Nederlanders denken dat zij zich neer moeten leggen bij de situatie.
Het leven gaat door, al komt het bestuur geheel onder Duitse controle en moeten de kranten en de radio zich aan de regels van de bezetter houden. De meerderheid van de Nederlanders is anti-Duits. Om uitdrukking te geven aan die gevoelens laat men openlijk blijken het Oranje-huis te steunen.
Politieke partijen buitenspel
De politieke partijen die voor de oorlog de dienst uitmaakten in Nederland worden door de Duitse bezetting buitenspel gezet. Eind 1941 worden zij verboden. Alleen de pro Duitse NSB mag blijven bestaan. En er ontstaat een nieuwe, snel groeiende politieke beweging; de Nederlandsche Unie. De Nederlandsche Unie is bereid met de Duitsers samen te werken maar heeft wel een nationalistische inslag, wil de Nederlandse cultuur behouden en zet zich af tegen de NSB.
Vooral door de afkeer van de NSB weet de Unie binnen korte tijd 800.000 leden te werven. Omdat de Duitsers van de Unie niet de steun krijgen die ze verwachten wordt deze beweging in 1941 ontbonden. De pro-Duitse Nationaal Socialistische Beweging (NSB) groeit ook in de beginmaanden van de bezetting en de NSB'ers treden nadrukkelijk op de voorgrond. De meerderheid van de Nederlandse bevolking wijst de NSB echter af.
Anti-Joodse maatregelen
In 1940 nemen de Duitse autoriteiten de eerste anti-Joodse maatregelen. In oktober 1940 moeten alle ambtenaren op een 'afstammingsformulier' invullen. Het is, naar later blijkt, de eerste stap in het proces van registreren, isoleren en deporteren van de Joodse Nederlanders. Vele anti-joodse maatregelen zullen volgen.
Protest tegen Jodenvervolging
Het eerste massale protest tegen de discriminatie van de Joden vindt plaats in februari 1941. Na toenemend geweld tegen de Joden door NSB'ers en het gewelddadige oppakken en deporteren 425 Joodse mannen breekt in Amsterdam de Februaristaking uit. De Duitsers treden hard op tegen de staking. Het karakter van de Duitse bezetting wordt grimmiger.