Cultuur
De Duitsers proberen naast de Nederlandse pers ook het culturele leven in Nederland te controleren en in te schakelen in de nationaal-socialistische propaganda.
De slappe onnadenkende massa demonstreert dagelijks haar karakterloze houding door de bestorming der bioscopen, die als prima propagandaplaatsen door den vijand worden uitgebuit.
Kultuurkamer
In november 1941 wordt de Kultuurkamer, een beroepsvereniging onder NSB-leiding, opgericht. Alle toneelspelers, musici, dansers, schrijvers, beeldend kunstenaars, filmers, fotografen, journalisten en zelfs boekhandelaren moeten zich aanmelden. Wie weigert mag zijn beroep niet langer uitoefenen.
De meeste podiumkunstenaars melden zich als lid. Veel beeldend kunstenaars weigeren. Zij kunnen makkelijker clandestien opdrachten uitvoeren. Kultuurkamer-weigeraars worden vaak actief in het verzet. Zij roepen het publiek op om de bioscopen en theaters te boycotten.
Bioscopen
Vanaf februari 1941 worden de Nederlandse bioscopen gebruikt voor Duitse propaganda. Het verzet roept op tot een boycot van de bioscopen maar dat heeft geen succes. Het bioscoopbezoek neemt juist toe. Er is tijdens de bezetting een grote behoefte aan afleiding en vermaak.
De propaganda neemt men voor lief. Soms laat het publiek in de donkere zaal demonstratief afkeurende reacties horen. Ook hier heeft de Duitse propaganda weinig invloed op de meeste Nederlanders.
