Willemijn van Gurp
Geboren: Den Haag, 7 november 1918
Willemijn was secretaresse. Ze bezorgde distributiebonnen, vervalste persoonsbewijzen en één keer dynamiet voor de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers en de Landelijke Knokploegen. Ze werd opgepakt op 10 juni 1944.
Gevangenissen en kampen
- Strafgevangenis ‘Oranjehotel’ Scheveningen (11 juni 1944),
- Concentratiekamp Vught (17 juni 1944),
- Concentratiekamp Ravensbrück (8 september 1944),
- Agfa Kamerawerke fabriek in München, buitenkamp van concentratiekamp Dachau (15 oktober 1944),
- Evacuatiemars richting Oostenrijk (27 april 1945).
- Bevrijd in Wolfratshausen op 1 mei 1945.
Dachau-nummer: 123102
Sabotage
Willemijn moest in de fabriek van Agfa Kamerawerke in München, een buitenkamp van Dachau, tijdontstekers maken voor granaten voor een FLAK (Flugzeugabwehrkanone, luchtafweergeschut). De groep van zo’n 250 vrouwen die deze dwangarbeid moest verrichten, saboteerde de productie zoveel mogelijk door zich bijvoorbeeld ziek te melden en heel langzaam te werken.
Trots
De slaapzalen hadden ramen zonder glas, waardoor Willemijn soms wakker werd met sneeuw op haar deken. De vrouwen kregen steeds minder en slechter te eten. Dat leidde tot een unieke gebeurtenis: op 12 januari 1945 legden ze uit protest het werk neer. Voor straf moesten de vrouwen urenlang op appèl staan. De SS-ers dreigden vijftien willekeurige vrouwen naar ‘de bunker’, de beruchte gevangenis in kamp Dachau, te sturen als de aanstichters niet bekend werden. De vrouwen zwegen en bleven solidair. Uiteindelijk werd één vrouw zeven weken in de bunker opgesloten. Na haar terugkeer overheerste onder de vrouwen een gevoel van trots.