Terugkeer en opvang
Na de bevrijding komen honderdduizenden mensen uit gevangenschap en dwangarbeid in Duistland terug naar Nederland. Hieronder bevinden zich Joden, Jehova's Getuigen, Roma en Sinti, verzetsmensen, politieke gevangenen, krijgsgevangen militairen en dwangarbeiders.
Weinig opvang en begrip
Opvang is er nauwelijks voor al die mensen die terugkeren uit de kampen. Hoe zou dat ook moeten zo vlak na de bevrijding? Ook is er vaak na terugkomst weinig begrip voor de voormalige gevangenen en dwangarbeiders. Veel mensen kunnen zich er geen voorstelling van maken hoe het geweest moet zijn in de Duitse kampen en fabrieken. Bovendien hebben de mensen in Nederland hun eigen ellende en problemen. Velen komen van een koude kermis thuis.
Joodse overlevenden
Ook voor de weinige Nederlandse Joden die de holocaust hebben overleefd is weinig begrip. En bij thuiskomst is vaak hun huis ingepikt en zijn al hun bezittingen weg.
Juist door de Joden die terugkeren wordt de Nederlandse bevolking met de neus op de feiten gedrukt: dat er zoveel niet terugkomen!
Schouderophalen
‘Na onze terugkeer werden we niet opgevangen. Onze woning mochten we pas een half jaar na de bevrijding betrekken. Ons verhaal werd met een schouderophalen afgedaan. Dan kwamen de verhalen los dat ze het zelf ook zo moeilijk hadden gehad. Alles was op de bon geweest, hun fietsen waren gestolen...’
Dina Davidson, Joodse vrouw die uit de onderduik terug keert.
Ik was erbij
'Ik had willen onderduiken, maar het kostte geld, en dat had ik gewoon niet. Toen ik terugkwam liep ik in vodden. Opvang was er niet. Van de hervormde kerk had ik wel iets verwacht, ik was er lid van, maar ze deden niets. Je voelde je een tweederangs wezen, ook door opmerkingen op straat, zo van 'waarom ben je niet ondergedoken' en 'hebben ze je nog niet opgepakt'.'
Dik Nannes, teruggekeerd uit de arbeidsinzet in Duitsland