Pim Boellaard
Geboren: Delft, 16 augustus 1903 – Overleden: De Bilt, 27 januari 2001
Pim was directeur van een vestiging van een verzekeringsmaatschappij en reservekapitein van het Nederlandse leger. Hij was ook gewestelijk commandant van verzetsorganisatie de Ordedienst. Deze organisatie was actief met sabotage, wapensmokkel, spionage, vervalsing van papieren, overvallen, liquidaties en de aanleg van illegale telefoonverbindingen. Hij werd opgepakt op 5 mei 1942.
Gevangenissen en kampen
- Strafgevangenis ‘Oranjehotel’ Scheveningen (5 mei 1942),
- Strafgevangenis Haaren (29 september 1942),
- Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (7 oktober 1943),
- Concentratiekamp Natzweiler-Struthof (26 oktober 1943),
- Concentratiekamp Dachau (6 september 1944),
- Allach, buitenkamp van Dachau (7 september 1944),
- Concentratiekamp Dachau (22 januari 1945).
- In Dachau bevrijd.
Dachau-nummer: 100649
Saamhorigheid
Pim besefte in kamp Natzweiler dat gevangenen elkaar zouden moeten steunen om de overlevingskansen te vergroten. Maar waar iedereen in levensgevaar is, kiezen velen voor zichzelf. En in het concentratiekampsysteem was alles erop gericht om gevangenen tegen elkaar op te zetten en saamhorigheid te ondermijnen.
Moed geven
Pim was een verbindende man, een natuurlijk leider die zich inspande het moreel hoog te houden en saamhorigheid te stimuleren. ’s Avonds ging hij de bedden van zijn barak langs om zijn uitgeputte medegevangenen te bemoedigen met gunstige berichten over het verloop van de oorlog.
Thuisreis
Na de bevrijding van kamp Dachau liet de hulp van de Nederlandse regering bij de thuisreis van de Nederlandse oud-gevangenen teleurstellend lang op zich wachten. Maar Pim wist vervoer te regelen. Hij liet een onuitwisbare indruk achter op zijn medegevangenen.
Kampjas en nummer
De rode driehoek, die Pim kenmerkte als politieke gevangene en zijn kampnummer op de kampjas. De ‘H’ staat voor Hollander. De driehoek is van aluminium. Meestal waren de gekleurde driehoeken die de verschillende categorieën gevangenen kenmerkten van stof. Alleen in Allach, het buitenkamp van Dachau waar Pim terechtkwam, kregen gevangenen aluminium driehoeken.
