Bombardementen in Nederland
14 Mei 1940: Rotterdam brandt
De Duitse luchtmacht bombardeert op 14 mei het centrum van Rotterdam. De Nederlanders zijn geschokt. Niemand had dit verwacht. Tientallen Duitse bommenwerpers laten hun lading vallen op het centrum van de stad. In een kwartier tijd vallen er 158 bommen van 250 kilo en 1.150 bommen van elk 50 kilo. Er gaan 24.000 huizen verloren en 80.000 burgers worden dakloos. Circa 900 mensen komen om.
Overgave
De Duitsers dreigen meer grote steden te bombarderen; als eerste Utrecht, en dan Amsterdam en Den Haag. Het Nederlandse leger geeft zich over. Nog meer bombardementen op de grote steden, met nog veel meer slachtoffers: Dat kan niet. Het Duitse leger is bovendien veel sterker dan het Nederlandse leger. Op 15 mei wordt de capitulatie getekend, in een schooltje in Rijsoord bij Rotterdam.
Bommen op Middelburg
Toch wordt er daarna nog gevochten in Nederland. In Zeeland vechten Nederlandse soldaten met Franse hulptroepen tot 17 mei. Dan gooien Duitse vliegtuigen bommen op het centrum van Middelburg, en is het ook hier voorbij. Er vallen die dag 22 doden.
Bommen op Amsterdam
Op 11 mei 1940 vallen vier Duitse bommen op de Amsterdamse Blauwburgwal, waarbij veertien huizen worden verwoest en 44 dodelijke slachtoffers alsmede 79 gewonden vallen. Een Duitse Junkers Ju 88 bommenwerper laat zijn bommen boven de stad vallen, waarschijnlijk na te zijn geraakt door Nederlands luchtafweergeschut.
Fokkerfabriek
Een paar jaar later, In juli 1943, komen meer dan 200 mensen om bij een geallieerd bombardement op de Fokkerfabriek in Amsterdam-Noord, maar waarbij vooral omliggende woonwijken worden geraakt.
Bommen op Artis
Ook de Amsterdamse dierentuin Artis wordt in de nacht van 13 op 14 juli 1941 door vliegtuigbommen geraakt bij een mislukt Engels bombardement.
Roofdieren
Artis-directeur Sunier, zijn zoon en meneer Portielje, de inspecteur levende have, lopen in hun nachtgewaden met het geweer in de aanslag. Om gevaarlijke roofdieren te doden als die zouden uitbreken. De brandweer en de verzorgers komen gelukkig heel snel in actie.
Zoeklichten
De brandbommen worden afgeworpen door een Engelse bommenwerper en zijn gericht op de spoorweg naast Artis. Daar staan goederenwagons met zoeklichten voor het Duitse luchtafweer. De bommen vallen per ongeluk op Artis. Ze richten veel schade aan, maar het had veel erger kunnen zijn. De branden zijn binnen drie uur onder controle en alle dieren en mensen overleven.
Marinehaven Den Helder
Den Helder wordt zwaar getroffen in de oorlog. Op 14 mei 1940 wordt het door de Duitsers gebombardeerd en daarna regelmatig door de geallieerden. In totaal vinden 117 luchtaanvalen plaats. De bommen zijn voor de marinebasis bedoeld maar een groot deel daarvan valt op de stad. Veel bewoners komen om of vluchten. Ook wordt een aanzienlijk deel van de stad gesloopt voor de Atlantikwall. Aan het eind van de oorlog is er niet veel meer over van het oude Den Helder.
Vergissingsbombardementen?
Bombardementen van geallieerden op Nederlandse steden worden vaak vergissingsbombardementen genoemd, waarbij een Nederlandse stad per abuis voor een Duitse stad wordt aangezien. Toch is dat niet altijd de goede benaming want het was vaak wel de bedoeling om de bommen op doelen in Nederlandse steden te laten vallen. Maar ze werden alleen slecht uitgevoerd. Zo werden in 1944 Deventer, Arnhem, Enschede en Nijmegen gebombardeerd.
Terugvliegen met lading onmogelijk
Dat zit zo. Geallieerde vliegtuigen hadden net genoeg brandstof om na het afwerpen van de bommen boven Duitsland terug te vliegen naar Engeland. Maar bij slecht weer was het nogal eens onmogelijk om de bommen te laten vallen op de Duitse doelen. De vliegtuigen hadden dan onvoldoende brandstof om met die zware lading bommen veilig terug te kunnen vliegen naar Groot-Brittannië en daarom liet men de bommen vallen boven westelijk Duitsland of Nederland. Men koos daarvoor doelen die door de Duitsers werden gebruikt voor bevoorrading of oorlogsproductie zoals fabrieken, en bruggen, viaducten en rangeerterreinen.
Bijvoorbeeld Nijmegen
Zo is het rangeerterrein achter het station van Nijmegen op 22 februari 1944 ook een doelwit. Veertien B-24 Liberators komen met ongeveer 200 kilometer per uur onverrichterzake terug uit Duitsland aanvliegen en helaas gaat het dan fout met de timing. De bommen worden afgeworpen in een lijn tot ongeveer 800 meter vóór het station, precies op het oude stadscentrum, in plaats van op het rangeerterrein. De bommenwerpers gooien 144 brisantbommen en 426 splinterbommen op de stad. Er vallen die middag 800 doden terwijl het centrum van Nijmegen grotendeels wordt verwoest.