Nederland bevrijd!
Eindelijk vrij
Chaos en feest
Vanaf maart 1945 veroveren geallieerde troepen het nog bezette deel van Nederland. Daarbij wordt zwaar gevochten en veel schade aangericht. Pas op 5 mei geven de Duitse troepen zich over. Er volgen chaotische dagen, waarin nog doden vallen. Tegelijk wordt overal de herwonnen vrijheid uitbundig gevierd. Lees meer in het dossier de Bevrijding.
Duizenden Nederlanders melden zich aan voor de strijd tegen Japan in Nederlands-Indië. De Tweede Wereldoorlog is pas voorbij als Japan in augustus capituleert. Zie ook het dossier Indonesië en het dossier Beeldvorming over de koloniale oorlog.
Ik was kapot
'Het is een tijd geweest met enorm veel spanning en emoties. Je had nooit rust, echt rust bedoel ik. Altijd onderweg zijn, altijd op je hoede ... De emoties die je te verwerken had als kameraden gepakt waren [...]. Je kon er niet lang bij stil blijven staan. Daar was gewoon geen tijd voor.'
'Ik heb het feest van de bevrijding niet meegemaakt. Ik was af, af, af ... helemaal kapot, geestelijk kapot. Ik wilde de straat niet op tussen al die hossende en feestvierende mensen. Ik kon 't niet verdragen.'
Jan Brasser, knokploegleider, Krommenie
Trauma's en teleurstelling
Ongeveer 120.000 ‘foute’ Nederlanders worden gevangen gezet. Hun berechting duurt enkele jaren. Tenslotte worden 34 Nederlanders geëxecuteerd, onder wie NSB-leider Mussert.
Honderdduizenden politieke gevangenen, vervolgden en tewerkgestelden keren terug naar Nederland. Opvang is er nauwelijks. Er is weinig begrip voor de traumatische ervaringen van de Joodse overlevenden. Veel verzetsmensen raken teleurgesteld in de naoorlogse politiek. Eind jaren veertig vermindert de aandacht voor de oorlogsperiode. Nederland richt zich op de wederopbouw van het verwoeste land.
Zijn ze jou vergeten?!
'Toen ik voor de eerste keer op straat kwam, keken de kinderen me vreemd aan en een jongetje zei: 'Goh, hebben ze jou vergeten'. Ik werd zo kwaad, dat ik zijn bril door zijn neus heb geslagen. Dit was niet de laatste keer dat er dat soort dingen tegen me zijn gezegd.
Ik heb na de oorlog nooit over mijn kampervaringen kunnen praten. Ook niet met mijn moeder, die vond dat ik er sowieso niks van kon weten omdat ik nog zo klein was.'
Lien Lisser, teruggekeerd als achtjarig Joods meisje uit kamp Bergen-Belsen