1930-1939: De vette crisisjaren
Genoeg voor iedereen
Om er voor te zorgen dat kinderen - ondanks de crisis - genoeg melk kunnen blijven drinken, deelt de overheid in 1937 voor het eerst schoolmelk uit in arme wijken van Rotterdam. In de crisisjaren van de jaren dertig zijn veel mensen werkloos en is er grote armoede. Toch is er voor iedereen genoeg te eten. De voeding is weinig gevarieerd. Vanuit de angst voor ondervoeding, eten mensen vooral stevige kost met aardappelen en het liefst met veel vlees en vet. Groenten vindt men helemaal niet belangrijk.
Beschikbaar
Boter, kaas, eieren en vet
- groot stuk kaas
- grote fles met volle melk
- flink stuk boter
- flink stuk margarine
- bak met reuzel
- plantaardige olie
- eieren
Vlees en vis
- groot stuk spek
- haring
- paling
- mosselen en garnalen
- stuk kip
Aardappelen, granen en peulvruchten
- 5 aardappelen (ongeschild)
- peulvruchten
- rijst
- 6 sneden wit brood
Groente en fruit
- selectie beschikbaar fruit inheems o.a. appel, peer
- geïmporteerd fruit: banaan, sinaasappel
- 2 wortelen
- bloemkool
- ui
Overig
- flinke hoeveelheid suiker
- koffie en thee
- specerijen (kaneel, peper, nootmuskaat, kruidnagel, foelie)
- chocolade
Te denken valt dat wij vroeger veertig eieren met ons drieën in de week gebruikten, en vier à vijf pond boter.
Ontbijt
In de jaren dertig staan bij het ontbijt volle melk en vette kaas op tafel. Op brood wordt een dikke laag vet gesmeerd: boter, margarine of reuzel (gestold dierlijk vet).
Hoofdmaaltijd
Bij de hoofdmaaltijd hoort als het even kan vet vlees, zoals klapstuk of doorregen spek. Vis is goedkoper dan vlees. Vooral armere mensen eten haring uit de Noordzee, paling en snoekbaars uit het IJsselmeer en mosselen uit Zeeland.
Tarwebrood, aardappelen en rijst
In de westelijke steden wordt veel wit tarwebrood gegeten; in Amsterdam is ruim 90% van het brood wit. Aardappelen zijn belangrijk in de Nederlandse keuken. Ze worden geschild en vervolgens lang gekookt, voor stamppot ongeveer één uur. Rijst komt uit Nederlands-Indië en wordt onder andere gebruikt in Nasi Goreng en rijstebrij.
Groente en fruit
Nederland verbouwt veel verschillende groenten, waarvan in 1939 meer dan de helft wordt geëxporteerd. Men vindt het eten van verse groenten niet belangrijk. Werklozen kunnen van de overheid een bijdrage krijgen om groenten te kopen, maar daar wordt meestal geen gebruik van gemaakt.
In plaats van groenten worden vaak appels en peren in de stamppot verwerkt. De kooktijd van de appels in deze Hete Bliksem is maar liefst één uur. Ook groenten worden in veel gerechten helemaal stuk gekookt.
Tijdens de jaren '30 importeert Nederland verschillende vruchten uit Zuid-Europa: bananen, sinaasappels, citroen, grapefruit, vijgen en mandarijnen
Suiker
In 1939 gaat suiker op de bon om te oefenen met de distributie. Iedereen heeft recht op één pond suiker voor veertien dagen.
Koffie, thee en suiker gewonnen uit suikerriet en specerijen als peper, kaneel en nootmuskaat komen vooral uit Nederlands-Indië. In Nederland wordt suiker gemaakt van suikerbieten. Per persoon per dag wordt zo’n 68 gram suiker gegeten. Ter vergelijking: tegenwoordig is dat ongeveer 49 gram.
Cacao
De cacao die nodig is om chocolade te maken, wordt onder andere geïmporteerd uit Nederlands-Indië. Nederland behoort in de jaren dertig tot de top vier landen van de wereld waar de meeste cacao wordt verbruikt.