Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga naar de hoofdinhoud Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga direct naar zoeken
Binnenkort te zien

Josephine Baker. Een leven vol verzet.

Josephine Baker. Een leven vol verzet.

In 2025 is het vijftig jaar geleden dat Josephine Baker overleed; één van de beroemdste artiesten van de twintigste eeuw. Ze ontvluchtte de racistische Verenigde Staten om in Parijs te gaan wonen. Baker was haar tijd vooruit als activiste voor gelijke rechten op vele vlakken. Ook was ze actief in het verzet tegen nazi-Duitsland, en had een band met Amsterdam. Vanaf 18 april 2025 toont Verzetsmuseum Amsterdam een tentoonstelling over Josephine Baker: een leven vol verzet.

In 1928 komt Josephine Baker voor het eerst naar Amsterdam. Duizenden uitzinnige fans verwelkomen haar op het station. Zij “drongen naar voren (…), ze zetten het tramverkeer stop, drongen de politie opzij om toch maar een glimpje (…) waar te nemen.” Journalisten noemen de ontvangst ‘on-Nederlands’. Baker geeft een serie dansvoorstellingen in het Concertgebouw. Over haar voorstelling schrijft een krant: “Een charleston, zoals men nimmer zag! Karakter, tempo, rythme, techniek, uitbundigheid, leven, - en bovenal charme!”

Wereldberoemd

Josephine Baker is op dat moment een absolute wereldster: ze is danseres, zangeres, comédienne en één van de eerste zwarte filmsterren. In 1925 doet ze voor het eerst haar Danse Sauvage, wildendans, in Parijs bij La Revue Negre. Een jaar later draagt ze daarbij haar iconische ‘bananenrokje’. Het optreden, in het decor van een jungle, is energiek en uitzinnig. De schaars geklede Josephine combineert de charleston met wilde, sensuele én clowneske bewegingen. Ze speelt hierbij met stereotypen en vooroordelen. Het maakt haar wereldberoemd. Duizenden poppen met banenrokjes worden verkocht en er komen producten op de markt om haar make-up en haarstijl te imiteren.

Gevierd en verguisd

Josephine wordt gevierd, maar ook verguisd. Haar schaarse kleding, wilde bewegingen en zwarte huidskleur krijgen de nodige kritiek. In Wenen wordt schande van haar gesproken en in 1929 wordt haar optreden in München verboden, vanwege het “kwetsen van de goede zeden”. In het satirische blad Simplicimus verschijnt een spotprent waarop Josephine, gekleed in een bananenrokje, door een priester en een soldaat de stad wordt uitgeschopt.

Ook in Nederland zijn er geschokte, afkeurende en soms ronduit racistische reacties. In Volendam draagt Josephine traditionele klederdracht. Ze trekt haar rok op en danst op klompen de charleston. “…van alle kanten schoten moeders toe en trokken stilletjes hun kinderen weg, om ze voor die zwarte verleidster in veiligheid te brengen”, schrijft een journalist.

Verzet

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kiest Josephine zonder aarzeling voor verzet tegen nazi-Duitsland. Ze verzamelt informatie door nazi’s af te luisteren tijdens de feestjes op ambassades. Met onzichtbare inkt schrijft ze de informatie in haar bladmuziek. Josephines roem maakt het gemakkelijk om naar verschillende landen te reizen. “It’s so practical to be Josephine Baker”, zei ze daar later zelf over. “As soon as I arrive in a city, I’m invited everywhere... (…). I go through the frontiers completely relaxed and while the frontier police do ask for papers, these are only for autographs.”

Ze gaat ook naar Noord-Afrika, waar ze optreedt voor geallieerde soldaten. Eind 1944 treedt ze in Europese bevrijdde gebieden op voor soldaten, waaronder in het zuiden van Nederland. 

Activist

Na de Tweede Wereldoorlog gaat Josephine op tournee in de VS, in de hoop dat daar iets is veranderd, maar dat valt tegen. Als ze in 1951 in het restaurant van een club in New York niet wordt bediend, vertrekt ze demonstratief. Ze stort zich op de burgerrechtenbeweging. In 1963 loopt ze met Martin Luther King mee in de March on Washington waarbij ze de enige vrouwelijke spreker is.

Om te bewijzen dat mensen van verschillende rassen en religies samen kunnen leven, adopteert Josephine uiteindelijk twaalf kinderen uit alle delen van de wereld. Ze noemt dit haar ‘regenbooggezin’. In 1957 schrijft ze het kinderboek De Regenboogkinderen, samen met Nederlands schrijver en illustrator Piet Worm. In datzelfde jaar signeert ze in Amsterdam honderden exemplaren.

Laatste optredens en eerbetoon

Tot haar dood in 1975 blijft Josephine optreden. Ook Nederland bezoekt ze nog regelmatig. In 1956 staat ze in Carré. In 1964 gaat ze met haar regenbooggezin op een rondvaartboot door Amsterdam. ’s Avonds treedt ze op in het Concertgebouw en neemt ze de kinderen mee. Voor de kleintjes is het een lange avond; zij vallen in slaap.

Op 12 april 1975 overlijdt Josephine Baker aan een hersenbloeding. Decennia later is ze nog steeds een inspiratiebron voor artiesten, zoals Beyoncé, Madonna en Rihanna. In 2021 wordt ze onder grote belangstelling als eerste zwarte vrouw bijgezet in het Franse Panthéon, de plek in Parijs waar veel beroemde Fransen worden geëerd.