Promovendi op het podium 2025 #4 Rosa de Jong
Het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en Verzetsmuseum Amsterdam presenteren Promovendi op het podium, een jaarlijks terugkerende lezingenreeks die licht schijnt op recent WO2-onderzoek en verrassende historische inzichten van de nieuwste lichting historici verbonden aan het NIOD.
Rosa de Jong – Joodse vluchtelingen op Curaçao en in Suriname: De Caraïben namen verantwoordelijkheid
dinsdag 20 mei
aanvang 16.00 uur (inloop 15.30 uur)
Verzetsmuseum | Plantage Kerklaan 61 | Amsterdam
referent
NTB
moderator
Martijn Eickhoff (NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies)
reguliere toegang
per lezing € 15 | passe partout € 45
toegang met korting
studenten, Vrienden van het Verzetsmuseum, Museumkaart- en Stadspashouders
per lezing € 10 | passe partout € 30
Synopsis
Honderden hoofdzakelijk joodse vluchtelingen ontvluchtten Nederland en België na 1940 en kwamen aan in het Caraïbisch gebied. In deze lezing vertelt Rosa de Jong over hun de aankomst in de (voormalige) Nederlandse Caraïben, met name Suriname en Curaçao. Op deze twee plekken is er een schril contrast tussen de houding van de koloniale administraties en de bevolking. Waar de hoogste ambtenaren en de gouverneurs het opnemen van vluchtelingen telkens afhielden wanneer ze konden, werden tegelijkertijd verschillende hulpcommissies opgericht. In Suriname werd dit het ‘Centraal Comité ter behartiging van de belangen van Joodsche Vluchtelingen’ en op Curaçao het ‘Comité ter behartiging v. d. belangen van Emigranten en Refugie’s op Curaçao’. In deze lezing geeft De Jong een beeld van hoe deze comités functioneerden en hoe de vluchtelingen werden ontvangen.
En hoe verging het de vluchtelingen na hun internering? De Jong vertelt in haar lezing de verhalen van de familie Horowitz in Suriname en Charles Leider op Curaçao. De Horowitzen trokken na hun internering in bij de Surinaamse familie Fernandes. Charles Leider vestigde zich met zijn jonge gezin buiten het kamp op Curaçao tegen de bureaucratische klippen op. Hij mocht van het gouvernement onder geen beding een eigen onderneming starten: hij behoorde immers tot de Cabo de Hornos - vluchtelingen die zouden moeten vertrekken. Keer op keer duikt hij echter weer op in verschillende archieven (met name het politiearchief) omdat hij mazen vond om toch te ondernemen. Hij bouwde banden op met Curaçaoënaars voor wie hij ook begon te handelen. De Jong laat in haar lezing zien hoe de levens van de vluchtelingen er in het Caribisch gebied uitzagen, en waarom deze vluchtelingen zo lang geen plek vonden in de geschiedschrijving.
Rosa de Jong
Rosa de Jong is als promovendus verbonden aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en als gastonderzoeker bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies en bij het KITLV Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. In het NWO-gesubsidieerde onderzoeksproject ‘From European ports to Caribbean homes: Second World War refugees in global transit’ onderzoekt zij de vluchtelingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Nederland en België, via verschillende Europese havens, terecht kwamen in de Caraïben, met name in Jamaica, Cuba, Suriname en Curaçao.
Van januari tot september 2022 was Rosa de Jong de Alexander Grass Memorial Fellow bij het Jack, Joseph and Morton Mandel Center for Advanced Holocaust Studies in het United States Holocaust Memorial Museum (USHMM). In die tijd interviewde zij ooggetuigen van de vlucht naar het Caraïbisch gebied en deed onderzoek in hun grote oral history collectie.
Voordat zij begon aan haar promotie, werkte zij als junior onderzoeker bij het KITLV voor het onderzoek naar het koloniale en slavernijverleden van Rotterdam. Rosa studeerde Geschiedenis (bachelor en onderzoeksmaster) en Filosofie (bachelor) aan de Universiteit van Amsterdam. Van 2019 tot 2021 was zij eindredacteur van Holland Historisch Tijdschrift en in haar studietijd was Rosa medeorganisator van het DRIFT Wijsgerig Festival en hoofdredacteur van Skript Historisch Tijdschrift.