Rinsje van Ommen-de Vries

Foto: Rinsje van Ommen-de Vries

Rinsje (Rennie/Renny) groeide op in de Lemmer boven de mastmakerij van haar vader. Ze was de oudste dochter in een gezin met zeven kinderen. Haar moeder was een Gereformeerde dominee’s dochter van Urk. Zij was als 18 jarige al actief in de Christelijke Meisjesvereniging, die in 1918 opgericht was. Zij werkte voor Henk Dienske, het hoofd van de LO-LKP in Noord Holland. Dienske was een ouderling in de kerk waar de van Ommens lid waren, de Waalkerk in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Henk Dienske werd op 20 april ’44 gevangengenomen. Zij werd de 25e april gearresteerd. De leeftijden van haar kinderen waren toen: een dochter van elf en tweeling zonen van acht jaar. Via de SD in de Euterpestraat en de Amstelveenseweggevangenis kwam Rinsje van Ommen-de Vries op 19 mei 1944 in Vught terecht. Op 6 september 1944 werd kamp Vught ontruimd, zij ging met 650 vrouwen in veewagons naar Ravensbrück. Op 12 oktober vertrok zij met 200 Hollandse medegevangen naar een buiten commando van Dachau, een dwangarbeidkamp voor de Agfa camera fabriek, het zogenaamde AGFA-Commando. Hier had zij de functie van Blockälteste. Op 26 april 1945 werd het AGFA commando op voet transport gezet en door de kamp commandant op 1 mei ten zuiden van München aan de Amerikaanse militaire commandant overgeleverd. De meeste van de ongeveer 200 Nederlandse vrouwen kwamen bij trein in de laatste week van mei ’45 weer in Nederland terug. Renny van Ommen en Nel Niemantsverdriet werden per vliegtuig van de American War Press op 21 mei ’45 gerepatrieerd, nadat zij twee weken voor de Amerikanen hadden gewerkt. Een van de meest blijvende herinneringen voor haar waren de Godsdienstoefeningen die zij samen hielden. En dat zij daar tot jaren na de bevrijding nog wel naar terug verlangde. Rinsje van Ommen- De Vries is op 92 jarige leeftijd, de 23e december 1993, overleden. Haar biografie en de oorlogservaring van haar en haar medegevangenen is uitvoerig beschreven in het boek "De Mastmakersdochters" door haar zoon Jack van Ommen. Haar levensbeschrijving is ook opgenomen in het “Namen statt Nummern” Dachau inititatief, door de Duitse leerlinge Henriette Schulze en vertaald in het officiële boek, door Jos Sinnema, “Geen nummers maar Namen” uitgegeven bij de opening van de gelijknamige tentoonstelling in het Verzetsmuseum in mei 2015. De geschiedenis van het AGFA Commando is ook te vinden in: https://nl.wikipedia.org/wiki/Agfacommando

BIOGRAFIE Rinsje (Rennie/Renny) groeide op in Lemmer waar haar vader een mastenmakerij en scheepstuigerij had. Ze was de oudste dochter in een gezin met zeven kinderen. Haar moeder was een dominees dochter van Urk. Rinsje was actief in de Christelijke Meisjesvereniging. De familie de Vries verhuisde 1928 van Lemmer naar Amsterdam. In 1933 trouwde ze met Dirk van Ommen. Als 1940 de oorlog uitbrak bestond het gezin uit vader, moeder, een dochtertje van bijna 6 en een tweeling van 3 jaar. Dirk van Ommen werd begin april 1944 gearresteerd in verband met de jacht op de district leider van de LO-LKP, Henk Dienske. Dirk van Ommen had niets met het verzet te maken. Rinsje van Ommen had Dienske in de woning van de van Ommens laten vergaderen. Nadat Henk Dienske ongeveer twee weken later in de val liep en Dirk van Ommen nog steeds gevangen zat, is Rinsje van Ommen vijf dagen later naar de SD (Sicherheitsdienst) gestapt om haar man af te lossen. Dirk van Ommen kwam vrij en Rinsje ging mei 1944 naar Vught. Begin september 1944 is ze met het evacuatie transport van Vught in Ravensbrück terechtgekomen. Van daar kwam ze midden oktober 1944 in het Dachau buitenkamp "Agfa Kamerawerke" in München. Ze had blijvende herinneringen aan de gemeenschappelijke Bijbel overdenkingen en verlangde vaak terug naar de religieuze ervaringen in het concentratie kamp. Haar man Dirk stierf in 1956 op 57 jarige leeftijd. Zij zelf is nog 92 geworden.

Rinsje (Rennie-Renny) van Ommen-de Vries werkte twee weken voor de American War Press in Grünwald, dicht bij Muenchen, samen met haar kampvriendin Nel Niemantsverdriet. Beiden werden door de War Press gerepatrieerd en kwamen vrijwel terzelfder tijd als het merendeel van de AGFA Commando vrouwen terug in Nederland. Foto: L.R.: Nel en Rennie mei 1945 Muenchen luchthaven.