Amsterdam
Joods
155628
Geboren
25 mei 1894
Aankomst
12 apr. 1945
Dachau
Dachau
Onbekend
Aanvullingen
Aline op 4 aug. 2018
Josef Niwes en zijn vrouw werden op 16 september 1942 naar Auschwitz gedeporteerd vanuit het Franse doorgangskamp Drancy. Het is dus aannemelijk dat zij op de vlucht uit Nederland zijn gepakt en naar Drancy gebracht. Josef is bij Cosel uit de trein gehaald en kwam in werkkampen in de omgeving terecht. Eva werd doorgestuurd naar Auschwitz.
BF op 6 nov. 2017
De joodse hoedenmaker Josef Niwes wordt op 25-5-1894 geboren in Ternopil, Oekraine. Hij vertrekt naar de Oostenrijkse hoofdstad Wenen en daar ontmoet hij zijn eerste vrouw Julia Brunner (geb. 02-12-1894). Ze trouwen en krijgen een dochter (1917) en een zoon (1919). Het huwelijk van Josef en Julia houdt echter geen stand en er volgt een echtscheiding. Josef Niwes ontmoet de Duitse Evelyn (Eva) Marcus (4-2-1902), een gescheiden moeder met twee zonen. De twee treden in het huwelijk en trekken met de twee zonen naar Amsterdam waar Josef een hoedenfabriek begint. Het gezin woonde aan de Rijnstraat 164 II, in de Rivierenbuurt, te Amsterdam. Op 17 augustus 1942 werden Josef en Eva afgevoerd naar de kampen. Mogelijk waren zij onder de vele joden die zich bij de Hollandsche Schouwburg moesten melden, maar dat is niet vast te stellen.
Eva komt om op 22-11-1942 in Auschwitz terwijl Josef voor werk werd geselecteerd. Na Auschwitz volgt voor Niwes een tocht langs vele verschikkingen. Hij wordt verplaatst naar Gross Rosen, Buchenwald en tenslotte naar Dachau. Hier maakt hij de bevrijding door de geallieerden mee en keert terug naar de Rivierenbuurt te Amsterdam. Daar trouwt hij opnieuw. Nu met Karola (Lola) Schawel (8-11-1903) afkomstig uit Wenen, en die bij hem tijdens de oorlog in zijn fabiek/atelier werkte. Op 27-5-1949 is Josef Niwes op 55-jarige leeftijd overleden te Amsterdam na een lang ziekbed. Zijn ex-vrouw Julia Brunner overleefde de Jodenvervolging ook niet en is vermoord in het vernietigingskamp Maly Trostenets in de regio Minsk.
Uw aanvulling
Email en telefoonnummer zullen niet openbaar worden gemaakt. Als er mensen zijn die met u in contact willen komen naar aanleiding van uw aanvulling dan kan het Verzetsmuseum u daarvan op de hoogte stellen. U bepaalt zelf of u daarop in wilt gaan.