Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga naar de hoofdinhoud Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga direct naar zoeken

Jacobus Franciscus Adrianus Roel

Amsterdam Politiek 33860

Geboren

16 feb. 1909
Amsterdam

Aankomst

9 aug. 1942
Dachau

Overleden

24 sep. 1942

Aanvullingen

Wimar Jaeger op 7 mrt. 2021
Jacobus Franciscus Adrianus Roël (1909-1942) Jac. Roël, van beroep inkoper bij een Amsterdamse herenmodezaak (Meeuwsen in de Leidsestraat), maakte deel uit van een kleine sabotagegroep van katholieke jongeren genaamd: “De Katholieke Verzets-organisatie” welke onder leiding stond van de Amsterdammer Jan ROBERT. (Prof.Dr.L.de Jong: het Koninkrijk de Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog: deel 8 pagina’s: 496, 512 en 761) Deze verzetsgroep ontstond na de Februaristaking van 1941 op initiatief van Jan Robert. De leden waren vrijwel allen verbonden aan de parochie van de Vredeskerk in Amsterdam. Doel van deze organisatie was actief verzet te gaan plegen tegen de bezetter. • Sabotage tegen Duitse militaire onderdelen. • Het organiseren van een politiedienst bij een eventuele landing van de geallieerden • Het aanleggen van wapenvoorraden. Jan Robert trainde de groep in het boksen en stokschermen. Van deze groep maakte Jac.’s Zwager: Nico BRUNS (1917-1942) ook deel uit. Op zaterdag 29 juni 1941 werden enkelen leden van de groep, waaronder Jac. Roël en Jan Robert, door verraad opgepakt. Als reden van de arrestatie werd vermeld: “mitglied: Oranienarmee” Twee maanden later was bijna de hele groep opgerold. Van de 28 gearresteerden kwamen er slechts 9 na de oorlog terug. Na zijn arrestatie op 29 juni 1941 verbleef Jac. Roël tot maart 1942, met andere leden van de groep, in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans te Amsterdam. Wist hij aan sigarettenvloeitjes, potlood, draad en naald te komen, materiaal om briefjes te schrijven en te versturen. De sigarettenvloeitjes werden beschreven , heel klein opgevouwen en in de naden van wasgoed genaaid. Meer dan 60 van deze vloeitjes zijn bewaard gebleven. Na negen maanden in het Huis van Weteringsschans te Amsterdam werd hij naar het Kamp Amersfoort vervoerd. Wegens “Feindbegunstugung” werd hij door het “Kriegsgericht” te Utrecht veroordeeld en vervolgens naar het concentratiekamp BUCHENWALD (bij Weimar), gezonden alwaar hij op 2 april 1942 aankwam. De afstand Amersfoort-Buchenwald bedraagt 600 km en werd afgelegd in goederen wagons van de spoorwegen. Jac. Roël werd 27 april 1942 overgebracht naar het Concentratiekamp GROSS-ROSEN. Gevangenen werd in Gross-Rosen een gestencild papiertje uitgereikt, dat zij als ‘brief’ moesten kopieren. De inhoud van Joc. Roël’s brief is dan ook letterlijk die van de voorgeschreven tekst. Dit zou het laatste levensteken zijn dat van hem werd vernomen. Het is bekend dat medio mei 1942 een transport van circa 300 man, waartoe 150 Nederlandse politieke gevangenen behoorden, uit Buchenwald in Gross-Rosen aankwam. Van deze groep van 150 nederlanders waren eind juli 1942, 2,5 maanden later, nog veertig gevangen in leven, het geen ‘enigszins’ de toestand van dit kamp weergaf. Daar er na bovengenoemd ‘briefje’ geen bericht meer in Nederland is aangekomen, ging men ervan uit, dat Jac. zich al die tijd in Gross-Rosen heeft bevonden. Toen eind september 1942 het bericht werd ontvangen dat “Der Elektriker Jacobus Franciskus Adrianus Roël” op 24 september om 15.00” aan gevolgen van darmkatarrh, uitputting, was overleden werd dan ook in rouwoorkonde abusievelijk vermeld dat hij in het kamp Gross-Rosen was gestorven. Uit het verslag van Prof.Dr.L.de Jong lezen wij dat van bovengenoemde groep van oorspronkelijk 150 Nederlanders, in augustus 1942 uit Gross-Rosen dertien man “auf Himmelfahrt-Kommando” naar DACHAU gestuurd werden; de bedoeling was dat zij als “opruimploeg” naar een der vergassingscentra voor zwakzinnigen gezonden zouden worden. Jac. Roël deel uitmaakte van dit kleine groepje is onbekend, echter uit gegevens van het Nederlandse Rode Kruis blijkt dat Jac. Roel op 9 augustus 1942 uit Gross-Rosen naar DACHAU werd overgebracht, hetgeen het zéér aannemelijk maakt dat hij deel uit maakte van dit groepje. Jac. Roël werd ingeschreven als Häftlingsnummer: 33860. Een feit is dat Jac. Roël, slechts 33 jaar oud, in Dachau 2 is overleden en “dat het lijk op staatskosten verascht is”. Hij liet zijn 33-jarige echtgenote Maria Leonarda Johanna Bruns, met 7 kinderen achter. Op 31 januari 1984 werd aan Jac. Roël postuum het Verzetsherdenkingskruis verleend. De naam Jacobus Franciscus Adrianus Roël wordt vermeld op de zogenaamde Erelijst van Gevallenen, welke zich in de hal van het voormalige gebouw van de Tweede Kamer te Den Haag, bevindt.

Uw aanvulling

Email en telefoonnummer zullen niet openbaar worden gemaakt. Als er mensen zijn die met u in contact willen komen naar aanleiding van uw aanvulling dan kan het Verzetsmuseum u daarvan op de hoogte stellen. U bepaalt zelf of u daarop in wilt gaan.

*
Het Verzetsmuseum wil benadrukken dat opname in het digitaal monument geen eerbetoon inhoudt. De doelstelling van het monument is om een zo compleet mogelijke lijst samen te stellen van alle Nederlanders die in Dachau gevangen hebben gezeten. De genoemde bevrijdingsdatum en -plaats zijn gebaseerd op de naoorlogse kampadministratie. De werkelijke plaats en datum kunnen hiervan afwijken. ´Vrijgelaten´ betekende uitschrijving uit het concentratiekamp. Soms mocht de persoon naar huis. Maar meestal volgde arbeidsinzet in Duitsland en soms overbrenging naar een gevangenis.
Verzetsmuseum Amsterdam behoudt zich het recht voor uw aanvulling te redigeren.