Ivo Peter Alexander van Voorst van Beest

Foto bijgeplaatst.

Ivo werd op last van de 'Duitsche Justitie' op dinsdag 16 december 1941 gearresteerd en opgesloten in het Oranjehotel te Scheveningen. De redenen voor Ivo's arrestatie waren volgens hemzelf: zijn lidmaatschap (secretaris) van de Commissie ter Verbreiding van de Gedachten der Vrijmetselarij, zijn lidmaatschap (Districtshoofd) van de Nederlansche Unie te 's-Gravenhage en het feit dat hij groot aanhanger was van het Oranje Huis – 'hetwelk laatste het zwaarst heeft gewogen'. Op 12 maart 1942 komt hij in Kamp Amersfoort en kreeg daar (waarschijnlijk) nummer 42. Volgens de heer E.P. Wellestein (nr. 46), een kampgenoot, waren beide gevangenen 'Schutzhäftling' wat wil zeggen op verdenking maar zonder proces ter discretie van de SS gevangengehouden. Kamp Amersfoort was toen nog maar 6 maanden oud, ze behoorden tot de eerste gevangenen. Het kamp was een 'Polizeiliches durchgangslager', dé verzamelplaats voor politieke gevangenen, zigeuners, Jehova's getuigen en andere vervolgde groepen. Ivo zat in Amersfoort tot mei '42. Hij zat in de gevangenissen van Scheveningen, Kleef, Dusseldorf, Hannover en Halle. Hij en vele andere gevangenen werden overgeplaatst naar Buchenwald (mei 42 - oktober 42), Dachau (oktober 42 - maart 44), Neckar Els (maart 44 - april 44) en Natzweiler (Frankrijk) (april 44 - september 44). Op 4 september 1944 wordt Natzweiler ontmanteld wegens de naderende geallieerden. Ivo wordt teruggetransporteerd naar Dachau en vervolgens geplaatst in het quarantainelager Allach (8 september1944 – 12 october 1944). Zodra hij beter is mag hij naar het arbeitslager te Allach alwaar hij op 30 april 1945 wordt bevrijdt. Op 30 mei 1945 keert hij via Zevenaar terug naar Nederland. Ivo is in 1946 betrokken geweest bij de opening van het oorlogsmonument in het 'Oranjehotel', de voormalige gevangenis in Scheveningen en is nog te zien op beeldmateriaal daarvan. Ivo overleed in 1952.